Luisteren over Verschillende Werelden Heen - Blog 2 Narrative Matters Parijs
Datum
17-06-2025
Auteur
Shailoh Phillips

Keynote Prof Em. Amy Shuman over eigenaarschap van verhalen
Net terug uit Parijs, waar de conferentie Narrative Matters 2025 plaatsvond onder het thema Disparate Worlds: Crisis, Conflict, and Narrative. Het was een uitzonderlijk vruchtbare bijeenkomst—academisch scherp, politiek geëngageerd en ruimhartig van geest. Samen met mijn collega Marike Geurts had ik de eer om te spreken op het panel Narrative and the Arts, waarin we inzichten deelden uit ons onderzoek naar ziekteverhalen, kunst-gebaseerde methoden en curatoriële praktijken binnen de palliatieve zorg. Maar belangrijker dan wat ik zelf deelde, zijn de vijf inzichten die ik mee naar huis neem:
1. Narratieve studies als een weldadige tuin
De verscheidenheid aan onderwerpen en methoden was verbluffend. Van storytelling in Braziliaanse gevangenissen tot ethiek van kunstmatige intelligentie in medische dossiers, van literaire analyses van post-koloniale trauma’s tot participatief theater met migranten—deze conferentie herinnerde eraan dat narratieve studies zich niet makkelijk in hokjes laat vangen. Het is, in de beste zin, een ongedisciplineerde discipline. Interessant om te zien hoe wetenschappers uit de antropologie, geneeskunde, literatuur, filosofie en het onderwijs heruitvinden wat narratief kan betekenen in een wereld die voortdurend uit elkaar valt.
2. We leven onze verhalen
Door elk panel heen klonk een gevoel van urgentie. Oorlog, ontheemding, klimaatcatastrofe, politiek extremisme—dit waren niet enkel thema’s, maar geleefde werkelijkheden die de verhalen vormden én bepaalden wie ze kon vertellen. Het doet ertoe welke verhalen we vertellen. En wie ze mag vertellen. Meerdere keren hoorde ik variaties op dezelfde kernzin: narratieve analyse is niet neutraal. Het is een ethische manier om ons met de wereld te verhouden.
"Het doet ertoe welke verhalen we vertellen. En wie ze mag vertellen."
3. Ver weg, en toch dichtbij
Ik was verrast hoeveel ik leerde van Nederlandse collega’s die ik nog niet écht kende, ondanks dat we in hetzelfde veld werken. Er is iets aan het buiten je eigen omgeving zijn—een andere stad, een ander ritme, een ander soort gesprek—dat de mogelijkheid schept voor nieuwe verbindingen. We kwamen met gelijkaardige vragen: Hoe beïnvloeden ziekteverhalen de zorg? Wat betekent het om met in plaats van over te onderzoeken? Hoe eren we de verhalen van patiënten zonder ze te gebruiken als middel? In die gedeelde zoektocht voelde ik nieuwe lokale verbindingen ontstaan, juist op Franse bodem.

4. Ruimhartig thuisbasis
Er was een verademende afwezigheid van haantjes gedrag. Panels gaven ruimte aan het niet-weten, aan voorzichtige formuleringen, aan bescheidenheid. Het was een academische omgeving waarin kritiek geen aanval betekende, en waar complexiteit niet werd opgeofferd voor helderheid. Velen van ons in het narratieve veld leven met de ongemakkelijke wetenschap dat waarheid meervoudig is, betekenis betwistbaar, en resonantie iets anders dan instemming. Misschien voelde deze ruimte daarom zo geestverruimend. Ik realiseerde me: hier zou ik een intellectueel thuis kunnen maken.
5. De kracht van kunst—en van niet-weten
Kunst kwam steeds terug—niet als decoratie, maar als methode, als medicijn, als manier van zijn met. Of het nu ging om een zin gemaakt door mensen met kanker, een sonische kaart van stedelijke rouw, of ons eigen onderzoek naar kunstcuratie in de palliatieve zorg—de kunsten bleken een vitale manier om het ondraaglijke draaglijk te houden. En daarbinnen klonk een belangrijke onderstroom: een beweging richting niet-reparatieve narratieven. Niet elk verhaal beweegt zich richting heling, afronding of coherentie. Sommige blijven gebroken, cirkelend, onaf. Zeker in situaties van chronische ziekte, sociale breuk of diep trauma kan de verwachting van ‘narratief herstel’ voelen als een vorm van geweld. Het werk van onder andere Lauren Berlant over cruel optimism klonk hier krachtig door: een uitnodiging om te blijven bij verhalen die niet—en misschien ook niet moeten—leiden tot een keurig einde. Een waardevolle herinnering: dat we in ons verlangen naar betekenis de pijn niet mogen gladstrijken of de complexiteit moeten wegpoetsen.
"Niet elk verhaal beweegt zich richting heling, afronding of coherentie. Sommige blijven gebroken, cirkelend, onaf."